Pagina's

vrijdag 3 februari 2023

Een enge wereldburger

Ik las de roman Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost van Donald Niedekker (uitg. Koppernik, 2022) en dat was een bijzonder gesmaakte leeservaring. 

Enkele jaren geleden verdiepte ik mij in de geschiedenis van de 16de eeuwse Beeldenstorm in het Westkwartier. Zo botste ik op Pieter Platevoet uit Dranouter. Hij studeerde aan de Latijnse school in Hondschote en als fervent calvinist en vurig prediker moest ook hij op de vlucht naar het veilige noorden. In Amsterdam kreeg hij als Petrus Plancius naam en faam als theoloog en cartograaf.

Hij figureerde even in mijn roman Ketters van de Kemmelberg (2017) en ik schreef een beknopte biografie over hem in de reeks VWS-cahiers (Een slimme jongen die goed kan vertellen, 2008). Het werd geen hagiografie, want mijn eindoordeel over deze 16de eeuwer was niet mals.

Plancius’ leefwereld bleef beperkt tot stukjes Vlaanderen en Nederland, maar zijn kaarten en zeevaartkundige werken openden horizonten over de hele wereld. Hij studeerde meerdere     wetenschappen, sprak maar liefst zeven talen en bestudeerde alle sterren van het universum. Maar in     zijn geest was geen plaats voor wie anders dacht dan hij en het calvinisme niet goedgezind was.     Plancius, een enge wereldburger? 

Ben je enkel in Petrus Plancius geïnteresseerd, dan kan je Een slimme jongen die goed kan vertellen eens opzoeken in je bibliotheek of Plancius zelf opsnorren in Ketters van de Kemmelberg. Je kan ook gewoon naar de film Nova Zembla (Reinout Oerlemans, 2011) kijken – in die film geeft Jan Decleir onze Plancius een gezicht en een stem. Je bent ook welkom op maandag 20 maart in Huyse Sorgvliet in Sint-Niklaas: daar geef ik een lezing over Petrus Plancius en zijn tijd voor de Orde van de Prince Land van Waas en Dendermonde. 
Wees gerust: hoe en wat je ook denkt, van mij ben je van harte welkom.

Good old Plancius kwam ineens weer uitdrukkelijk in beeld tijdens de lectuur van Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost. Deze bijzondere roman vertelt op een heel originele en authentieke manier over de illustere expeditie van de Noordsche Compagnie uit 1596. De derde poging om ‘om de Noord’, via het noordoosten, een zeeweg naar het wonderlijke Indië te vinden, mislukte andermaal. Het schip boorde zich vast in het ijs en de bemanning restte niets anders dan met de planken van het schip een hut te bouwen en ter plaatse te overwinteren. Zo leverde de expeditie geen rijke schatten uit het Oosten op, maar wel een onsterfelijk verhaal voor de historische canon van Nederland: de legendarische overwintering in Het Behouden Huys op Nova Zembla.

Petrus Plancius was voorwaar de grote man achter de avontuurlijke tocht, want hij overtuigde ontdekkingsreiziger Willem Barentsz ervan dat er wel degelijk een doortocht door of tussen het noordelijke ijs mogelijk was. 

Niedekker schreef een bijzondere roman. Geen rechtlijnig historisch verhaal, maar flikkerende fragmentjes die de tijdsgeest, het jonge Amsterdam, het leven van de zeevaarders, de verhalen van grootmoeder in Holland, de mysteries van vertellers uit het Noorden en het Oosten, de hunker van de ontdekkingsreiziger en de verhalen van de meereizende dichter op barokke manier tot leven brengen en dit alles doorspekt met licht filosofische beschouwingen en vederlichte taalspelletjes. 

Erg bijzonder is dat de auteur de (fictieve) dichter aan boord laat omkomen tijdens de expeditie. Hij blijft eenzaam achter in het metersdiepe ijs van het bevroren land. Tot het ijs in de 21ste eeuw smelt en blijft smelten en de man weer tot leven komt. Waar las ik eerder een verhaal over een teruggevonden lichaam nadat metersdiep gletsjerijs was gesmolten? 

En Plancius? Hij is in het boek opvallend aanwezig, als prediker op de kansel en als promotor van zijn kaarten en zeewegen naar het oosten. En voor sommigen: als verantwoordelijke voor de schromelijk mislukte expeditie. Wat mij enigszins verheugt, is dat Niedekker op pagina 36 en passant eenzelfde evaluatie van de man neerpende als ik deed in het cahier. 

Wie geen prijs betaalde was de tekenaar van de instructiekaart, Petrus Plancius. Hij stond op de kansel en preekte.  (…) Hij stond op de kansel en vervloekte ieder die er maar een tikkeltje ruimere geloofsopvatting op nahield dan hij. Dat, het categorisch in de ban doen van andersdenkenden of andersgelovigen, deden er meer in die tijd (…) Hij keek naar sterren, maakte hemelglobes en had een kolossaal gebrek aan inzicht in de eigen ondeugden. 

Ach, Petrus Plancius. Hij blijft me achtervolgen. Ondanks de bittere conclusie over de man is de bewondering nooit helemaal weg. De grootste reis die hij ooit maakte, was die van Dranouter naar Amsterdam. Het verste eiland dat hij ooit bereisde, was het Hollandse eiland Texel. Maar toch: 

Van de vele zonen die West-Vlaanderen uitzond, is Petrus Plancius wellicht één van de meest verdienstelijke. 

Je moet Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost zeker eens lezen: ik genoot in hoge mate.

Licht passend maar hilarisch lied