Pagina's

zaterdag 6 december 2014

De oversteek

Het was best behoorlijk grof deze middag op het journaal op Eén. Dat werd geopend met een ongemeen lange reportage over het overlijden van ene koningin Fabiola. Was dit echt nodig op de dag dat de hele helft van een land rouwt om het heengaan van een held, een jeugdidool, een voorbeeld, een icoon? Wat betekende het zachte heengaan van een vrouw op hoge leeftijd in het licht van de collectieve rouw om het plotse verlies van Vossieboy? 
Het afscheid van Luc kwam pas na dat van de oude dame. En toen ik burgemeester Termont in de bomvolle kerk opmerkte, bedacht ik hoe blij ik was dat Luc De Vos een Gentenaar was.

Ik stel me voor dat de voorbije week talloos veel mensen geschrokken zijn dat de dood van zanger Luc De Vos hen zo raakte. Ik behoor zelf tot die kring. Die menigte, wellicht. Altijd veel respect gehad voor Gorki en Luc De Vos, maar de cd’s staan niet in mijn platenkast. Ik heb denk ik nooit een volledige cd van de groep beluisterd, maar als ik hun liedjes hoorde (bij mij was dat altijd op Radio 1), luisterde ik steevast met wat meer aandacht. ‘Anja’ of ‘Lieve kleine Piranha’ maakten me vrolijk en ik neuriede, zong of floot gelukzalig mee. ‘Mia’ dwong respect af: het nummer maakte me even stil en ik zong in mezelf de woorden mee – zo mooi! En naar een nummer dat ik niet zo goed kende, bleef ik luisteren. De teksten van Luc De Vos boeiden me, maar ik kon ze nooit helemaal begrijpen. Hij maakte wel eens vreemde capriolen en sprongetjes en heel vaak kon ik ze ook letterlijk niet begrijpen. Die gitaren en die rauwe stem, weet je wel. Maar ik wou zijn teksten echt wel helemaal doorgronden, want er vielen me altijd weer prachtzinnen op. 
Een interview met Luc De Vos liet ik nooit ongelezen: hij vertelde altijd zo’n rake dingen. Als hij op televisie kwam, had hij mijn aandacht en interesse. Ik had al heel lang door dat die gekke zanger uit mijn prille jeugd veel intelligenter was dan ik toen dacht. 

Zo’n tien jaar geleden was hij één van de literaire gasten op een regionaal literatuurfestival in Kortrijk. Het publiek die keer was wat ouder (ik ben altijd een vriendelijke jongen geweest…) en ik hoorde een licht afkeurend gemompel toen Luc De Vos werd geïnterviewd. Hij hoorde niet bij de schone letteren, vonden velen. Terwijl Luc net zo zijn best deed om uit te leggen dat hij zijn schrijven wél au sérieux nam en dat hij zich wél schrijver voelde. En of de interviewer dan echt aan alle schrijvers die die avond passeerden zou vragen of ze hun gitaar hadden meegebracht? Ik keek erg geamuseerd en met heel veel belangstelling toe naar die schrijver op het podium.
Ik heb hem één keer gesproken. Tijdens de finale van Humo's Rock Rally in 2008  stond hij na de set van Steak Number Eight ineens naast mij aan de toog van de AB. Ik deed me voor als de vader van de bassist (sorry Brecht) en prompt stak hij de loftrompet over de pubers die ze toen nog waren. ‘Ze worden beter dan Metallica,' zei hij. En ‘ongelooflijk hoe die gasten met hun gitaren omgaan.’ Even later werd Steak uitgeroepen tot winnaar van de Rock Rally. Luc zal er blij om geweest zijn. Hij bleef de band volgen en was een halve god voor de jonge gasten van de groep. Hij was amper dood verklaard en er kwam al een 'Farewell to a special man' op hun FB-pagina.

Vorige zaterdag sloeg het bericht over zijn dood in als een bom. Ik was alleen thuis en maakte er een tribute-avond van. Ik speurde naar al zijn nummers op You Tube en zocht de versie with lyrics. Nu kon ik wél begrijpen wat hij zong. Ragfijn en haarscherp. Ik merkte hoe doorleefd zijn teksten en hoe doorwrocht zijn woorden waren. Hij was nog beter dan ik dacht, verscheen al snel op mijn FB-tijdlijn. De vorige dagen las ik vaker dat zijn teksten pure poëzie waren. Neen hoor, dat waren ze zeker niet. Een goede liedjestekst is lang geen poëzie en dat moet hij ook niet zijn. Maar zijn teksten gingen wel recht naar het hart en de man die ze schreef had zo veel te vertellen. Hij zong over het leven en de angst die hij ervoor had. Hoe bang hij was van de boze wereld om hem heen. Hoeveel troost hij zocht in de Anja’s, Mia’s en piranha’s dezer wereld. Hoe goed hij zijn best wou doen om voor iedereen te zorgen en hoe intens hij hoopte dat de anderen voor hem zouden zorgen. Stilaan maakte  een ongemakkelijk gevoel zich van mij meester. Ik vrees dat Luc de Vos zijn hele leven lang ongelukkig is geweest. Bang ook. Het gevoel sluimert al een hele week in mijn hoofd. Neen, ik ga dit gevoel nu niet inkleden met hartverscheurende en naar de keel grijpende zinsflarden uit zijn liedjes. Het zijn zijn woorden en ik wil ze niet adopteren. Het klein beetje schrijver dat ik ben weet dat ik de veel grotere schrijver die hij was niet mag plagiëren. Een schrijver lees je en schrijf je niet over.

Of zijn dood een gespreksitem voor jonge gasten was gisterenavond, vroeg ik die zondagmorgen aan mijn zoon die de bar van het plaatselijke jeugdhuis runde. En of, hij werd de hele avond op hun vraag gedraaid. Het deed me deugd. Ook toen ik diezelfde zondagmorgen de verhalenbundel De volksmacht van schrijver Luc De Vos op het nachtkastje van mijn andere zoon zag liggen. Hij had het boek dus ooit gekocht en hij had er die nacht weer in gelezen. Als dat geen eerbetoon is.

Het verdriet om Luc vond stilaan een plaatsje in mijn hart en ik hoop dat ik me verder vooral zijn luim, zijn humor, zijn authenticiteit, zijn muziek, zijn rock ’n roll zal blijven herinneren. Want ook die vind je op You Tube. Ik lachte me tussen de sluimerende tranen door ook een bult om Vossieboy. In de AB, op Marktrock, tijdens de Radio 1-sessies, als gast in Café Corsari. Een programma dat me nauwelijks boeit en me steeds weer ergert, tenzij Luc De Vos zijn opwachting maakt. Of Griet Op de Beeck – ik beken.
Het zal straks raar oudejaarsavond vieren zijn. Onze gelegenheidsfeestgroep is best wel into Gorki en in mijn herinnering opende het feest de voorbije dertig jaar altijd met ‘Mia’. Het nummer stond gewoon altijd op 1 in De Tijdloze 100. Het zal dit jaar dus niet anders zijn. Maar wel helemaal anders.

Wie wel eens een blogbericht van mij leest, weet dat ik altijd eindig met een vrij onverwachts en op het eerste gezicht niet-passend lied. Ik ben ook wel eens een beetje contrarie. Vossiaans, zo je wil. Maar vandaag doe ik het niet. Het nummer dat verborgen zit achter de anders mysterieuze en hopelijk verrassende URL-code is mijn favoriete nummer van Gorki from Belgium. Luister allen goed naar 'Ooit was ik een soldaat'. En hoe schrijnend ‘Ik geef je alles’ klinkt. Met die halve seconde stilte die erop volgt. Nooit eerder betekende alles zo veel.