Mijn nieuwe jeugdroman De Wedstrijd verschijnt op 28 februari 2025 bij uitgeverij Neckar.
Binnenkort veel meer nieuws!
Uit mijn hoofd
Koen D'haene schrijft nu en dan eens wild om zich heen
woensdag 29 januari 2025
Ooit was ik voetballer ...
vrijdag 22 november 2024
Trotse voorzitter
Het was me het weekje wel. De voorbije acht dagen tijd vielen de gesigneerde boeken van alle kanten op mijn schoot. De schrijvers liepen me voor de voeten, er waren fijne babbels en boeken vol handtekeningen en mooie woorden. Mijn beurs werd niet armer, mijn boekenkast veel rijker.
Vorige donderdag was
er in de bibliotheek van Wevelgem (ja, die) een lezing met historicus Pieter
Serrien. Hij vertelde het wonderlijke verhaal van de geuzentijd in de
Nederlanden aan de hand van het levensverhaal van Petronella van Praet. Dat was
genieten. Zijn vuistdikke boek In opstand! had ik al, maar Pieter signeerde
het met veel plezier. Ik compenseerde door hem ongevraagd een gesigneerd exemplaar van mijn
Ketters van de Kemmelberg te offeren. Het is een opwindende gedachte dat
de ketterskenner bij uitstek het boek zal aanprijzen bij zijn leerlingen van het
hoger middelbaar onderwijs. En hij zal het lezen, zei hij, want hij kende mijn
held Jan Caemerlynck uiteraard. Die van De bastaard van Brussel, het
boek dat mijn uitgeversplannen bij een Nederlandse uitgever destijds dwarsboomde
omdat de dekselse ketter van haar net iets vroeger op het uitgeversbureau lag. ‘Haar’
is Simonne Van der Vlugt, de schrijfster die mijn prijzendroom dwarsboomde
omdat haar Zwarte sneeuw de Gentse scholieren net iets meer kon bekoren dan
mijn De oversteek waardoor de Gentse jeugdboekenprijs Kleine Cervantes in
2003 niet naar Wevelgem maar naar Hoorn reisde. Simonne Van der Vlugt, de
schrijfster die ik ondanks alles erg waardeer en heel graag lees. Omdat In
Opstand al in mijn boekenkast stond, kreeg ik van Pieter prompt een exemplaar
van zijn laatste exploot Het elfde uur. Gesigneerd uiteraard.
Tijdens de lezing
van Pieter kwam daar plots de vermaledijde pijpenrookster Pierrette COffrée de
zaal binnengewaaid. De uitgeweken Moorseelse Antwerpse loopt dezer dagen op een
wolk nu haar debuutbundel Tabak Taboek op geboren staat. Ik stimuleerde
haar om haar tekst aan een uitgever aan te bieden en ik redigeerde waar het kon
of mocht en voor die noeste arbeid ontving ik veel eerder dan menigeen een
exemplaar van haar bijzondere bundel. Uiteraard gesigneerd, opgedragen aan de ‘koenste
raadgever en hedendaagse geus van de Guldenberg’. Vooralsnog houdt de ‘revaliderende
performance-moeder haar kleine tegen haar berstenvolle borsten,’ maar als het
boek op 6 december ter aarde verschijnt in de Groene Antwerpse Waterman zal ik er zijn – met een
gesigneerd exemplaar van Ketters van de Kemmelberg als geboortepresentje,
want dat wil deze dochter van de Kezelberg van me. Gesigneerd uiteraard.
Vrijdag was er tijd
voor nog grootser theatraal werk. In de Ieperse Stadsschouwburg liep Bart Van Loo
met stoute schoenen op de planken. Een avond met Bart Van Loo is een avond
genieten in het gezelschap van hertogen, keizers, zangers en schrijvers. De
boeken van deze schrijver-van-om-het-hoekje had ik al, gesigneerd en al, maar
de hartelijke begroeting achteraf in het cafetaria gold als symbolische signering.
Schrijfster Maaike Monkerhey was in de buurt en kreeg ook zo’n signatuur.
Maaikes boeken staan al een tijdje in mijn boekenkast, gesigneerd en al. En ik ben er zeker van dat ze haar Roerloos in het voorjaar van 2025 ook voor mij zal willen signeren.
Het hoogtepunt van
het weekend stond met stip genoteerd voor de zaterdag. In de Gotische zaal van
het Brugse Stadhuis (daar komen is een historische sensatie – ‘niet mijn
term, maar die van Johan Huizinga’, memoreerde ene Bart ons gisteren nog). Mijn
literaire sensatie was dat ik zaterdag als voorzitter van de Vereniging van
West-Vlaamse Schrijvers de tiende VWS-prijs mocht uitreiken. De prijs was voor
Bart Moeyaert en ik was best trots om hem te mogen toespreken en feliciteren. ‘Ik voel me
even hertog Koen de Stoutmoedige,’ schreef ik die dag wat Bourgondisch op
mijn Facebookpagina. Deze andere Bart ging voordien al lopen met onder veel meer de Astrid Lindgren
Memorial Award (aka de Nobelprijs voor de jeugd) maar zei met nadruk dat hij het een eer vond de VWS-auteursprijs te mogen ontvangen. Uit mijn handen en uit die van kunstenaar
en dichter Renaat Ramon. Van Renaat is de nieuwe dichtbundel Visum op komst naar
mijn boekenkast – gesigneerd uiteraard. Omdat ik zaterdag als voorzitter o zo
trots was, kreeg ik van Bart een hagelnieuw exemplaar van Duet met valse
noten cadeau. Bart schreef iets moois in het boek en signeerde het ook. Mijn
fier- en blijheid spoelde ik na de receptie republikeins weer door in het gezelschap
van dichter Paul Rigolle. Van hem verschijnt in het voorjaar een nieuwe
dichtbundel – ik mag niet vergeten om hem te vragen mijn exemplaar te signeren.
Op zondag was er
tijd voor een muzikaal intermezzo in het cultuurcentrum van Oarelbeke Weireldstad.
Al zijn die teksten van Charles Aznavour ook niet mis en al zeker niet als ze worden
gezongen door Frank Mercelis en muzikaal ondersteund door de VRT-Bigband. Oh
ja, van Franks alter ego Eddy heb ik een gesigneerde cd, hij staat helaas niet
in mijn boekenkast.
Het slotakkoord van
deze achtdaagse volgde op donderdag. In de bibliotheek (altijd weer die
bibliotheek) ging Jooris van Hulle in gesprek met misdaadauteur Toni Coppens.
Een boeiend gesprek – vooraan op het podium en achteraf aan de mobiele bar. Ik
kreeg prompt een exemplaar van zijn Roofdier. ‘Wil je het boek voor mij
signeren, Toni?’ Hij deed het met veel plezier en zette zo ook zijn
handtekening onder een vrij literaire achtdaagse.
Oh ja, zei ik al dat
er in maart 2025 een nieuw boek van mij verschijnt? Als je dat wil, zal ik het dan
graag voor je signeren.
Lees ook: Mijn Clausiaanse vriend
Lees ook: Uitreiking VWS-prijs aan Bart Moeyaert
zondag 8 september 2024
Mijn Clausiaanse vriend
In november zal ik als voorzitter van de Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers (VWS) de tiende VWS-auteursprijs mogen uitreiken aan Bart Moeyaert. Het vooruitzicht maakt me blij en trots.
Vorige zomer liet ik me meeslepen door twee bijzondere biografische publicaties: ‘De levens van Claus’ door Mark Schaevers en ‘Een ander leven’ van Bart Moeyaert. Ik was van beide onder de indruk en ik verbind ze graag met elkaar.
Om het met de woorden van Claus te zeggen: ik mag Bart Moeyaert een intieme, literaire en intellectuele vriend noemen. We studeerden in het midden van de jaren ‘80 van de vorige eeuw aan dezelfde hogeschool in Brussel. We studeerden er voor leraar Nederlands en kregen er les Nederlandse literatuur van Hugo Bousset, de latere gezaghebbende docent en huidige professor emeritus aan de Brusselse, Leuvense en Amsterdamse universiteit.
Voor Bart en ik waren Boussets lessen niet voldoende. Lang na de les en tot in de de vroege uurtjes zaten we in de studentenkroeg ‘Greenwich Village’ urenlang te praten en te discussiëren over de Nederlandse letteren, onze grootse schrijfplannen en over hoe wij het literatuuronderwijs anders en beter zouden aanpakken. Ook na onze opleiding maakten we plannen voor een grondige revolutie in het Vlaamse letteren- en onderwijslandschap. Wij zouden het anders en beter doen!
Vergeet wat je hierboven las: dit is een Clausversie van de feiten. Bart en ik kennen elkaar helemaal niet. Oké, we studeerden inderdaad aan dezelfde hogeschool en kregen Nederlandse literatuur van Hugo Bousset. En van pedagoog Falleyn, die in Barts boek een knipoog en een sneer krijgt. Maar in werkelijkheid hebben we elkaar er nooit ontmoet, ook al liepen we tezelfdertijd door dezelfde gangen van de krakende hogeschool in de Brusselse Marollen. Ook in de jaren na Sint-Thomas (zo heette de hogeschool die nu niet meer is) kwamen we elkaar nauwelijks tegen. Ik moest Bart als bibliothecaris uitnodigen voor een lezing in de bibliotheek om hem eindelijk eens persoonlijk te kunnen groeten. Onze band met Sint-Thomas verraste en verblijdde hem. Een kleine voetnoot, meer niet.
Claus was net iets handiger dan ik in zijn leven. Ook al bots je in zijn biografie op een twijfelende, depressieve, zoekende, wankelende en liegende Claus: wat een man was hij! De blik van Schaevers maakte mijn bewondering alleen maar groter. Hoe meer mens, hoe meer schrijver.
Kijk, zo maakte ik een vergezocht brugje tussen twee schrijvers die mijn lezersleven bepaalden en bepalen. Ik blijf ze lezen. En ik zie uit naar een eerste gesprek met mijn oud-studiegenoot Bart Moeyaert. Maar dat we studiegenoten zijn, weten we enkel uit de literatuur – en zo hoort het.
Lees ook: Een goed jaar voor schrijvers
Lees ook: Inspiratiegeld
maandag 12 februari 2024
Mijn immense meester Malfait
Woensdag word ik zestig. Ik moet niet langer wachten om de les van meester Malfait indachtig te zijn. Vanaf nu zijn alle zitjes op alle bussen, trams, treinen én metro’s voor mij gereserveerd. Op bevel van mijn immense meester Malfait en op straffe van een dodelijke handveeg.
zaterdag 2 december 2023
Groothandelaar in verhalen
Boekhandel
Ik ontmoet Johan Vergote tussen de volle boekenrekken van de verder
lege Bib in het Park in Wevelgem. Vele jaren geleden was hij hier te gast voor
een publiekslezing over West-Vlaamse spreekwoorden en kluchtjes – een
nevenproject bij drie boeken over het plat West-Vlams van zijn hand die
bij Bibliodroom waren verschenen. ‘Het is wat ik met de uitgeverij nog altijd
doe,’ vertelt Johan. ‘Een boek is nooit alleen maar een boek. Elk boek is een
heel leven. Er komen lezingen, projecten, samenwerkingsverbanden. Een boek is
een gebeurtenis.’
Achteraf vernam ik dat Johan nerveus was voor de babbel over zijn
uitgeverij: hij bracht een blad met een ruime voorbereiding mee. De rust van de
bibliotheek in het park en de boeken in de rekken werkte rustgevend. De
schriftelijke voorbereiding kwam tijdens het gesprek niet boven water.
‘Fictie is liefde’
Bij opstart van de uitgeverij was Johan
Vergote niet meteen van plan om fictie op te nemen in zijn fonds. Toch volgde
hij zijn hart en ging hij snel overstag. En dit was onder meer de schone fout
van Piet Coucke en Maaike Monkerhey, die hem kort na elkaar overtuigden om hun
fictiewerk bij Bibliodroom uit te geven.
Johans liefde voor boeken en hun auteurs straalt af op de auteurs van
Bibliodroom, die met veel enthousiasme en warmte vertellen over hun uitgever.
Joris Denoo, van vele uitgeversmarkten thuis, schrijft: ‘Mijn
biotrilogie Upperdog t.g.v. mijn 65ste werd van in den
beginne door uitgever Johan Vergote hartelijk gekoesterd. Als puur literair
liefhebber (letterlijk) (h)erkende hij wat ik met taal uitspookte. Onze
wederzijdse mailberichten waren al literatuur. It takes one to know one. Hij
durfde het aan een boek te publiceren dat tot geen enkel genre behoort. Tijdens
twee drukbezochte presentaties maakte Johan als uitgever een diepe indruk op de
toehoorders. Hij heeft net als ik enige bedenkingen over het letterkundig
wereldje van recensenten, gazetten, recepties, relaties, de juiste cafés en het
ons-kent-ons schoudergeklop. Daarom waardeer ik hem ten zeerste en is hij een
blijvende lettervriend.’
Hannes Dedeurwaarder debuteerde in 2022 met zijn roman Redder
bij Bibliodroom. ‘Johan was zo enthousiast over mijn manuscript dat hij het
meteen wilde publiceren. Ikzelf was iets minder snel tevreden en heb het nog
zes keer herschreven. En Johan is daar telkens heel genereus en geduldig in
meegegaan. Nooit heeft hij gezegd: ‘En nu is het genoeg!’ Dat kon ik wel
appreciëren.’
Maaike Monkerhey herinnert zich al lachend de impulsieve telefoontjes
naar haar uitgever. ‘Dan zit ik helemaal in de flow van mijn verhaal en heb ik
ineens een inval. Dan heb ik Johan nodig. Mijn klankbord.’
Maaike noemt Johan met veel respect haar ‘nonkel’ en wordt hierin
bijgetreden door Westhoekgenoot Miguel Bouttry: ‘‘Nonkel’ Johan is zoveel meer
dan een uitgever. In mijn geval werd hij al snel een goeie vriend, familie
zelfs. Mijn boeken werden onze boeken. Johan meet het succes van een literair
project niet af aan verkoopcijfers of omzet, wel aan hoe het proces verliep, de
samenwerking met de schrijver. De connectie en interactie met zijn auteurs zijn
voor hem minstens zo belangrijk als de eindkwaliteit van de publicaties en
ongetwijfeld belangrijker dan het succes aan de kassa. Dat maakt Bibliodroom zo
uniek.’
Misdaadauteur Piet Coucke gaat nog verder, want voor hem is Johan
Vergote zelfs meer dan een ‘nonkel’: ‘Het bijzondere aan Bibliodroom is dat ik
niet samenwerk met een uitgeverij, maar met de warme mens Johan. Hij laat je
zeer vrij, want ‘het is jouw boek’. Na elk contact met Johan voel je je
gelukkig en gemotiveerd. Hij is eerder een vaderfiguur voor zijn auteurs dan
een administratieve uitgever.’
Yves Bondue wordt zowaar lyrisch als hij over de samenwerking met Johan
Vergote vertelt. ‘Een paar jaar nadat ik hem in de boekhandel over mijn
fotomateriaal van het soundscape-collectief WXII vertelde, was het al zover.
Twee kunstige fotoboeken met schaarse sprankels tekst, perfect gedoseerd tussen
de magische beeldtaal werden fraai uitgegeven bij zijn gloednieuwe uitgeverij
Bibliodroom. Beide boeken ontstonden gedurende urenlange sessies waarin we met
twee muzikanten, een fotograaf en een uitgever rond de tafel op zoek gingen
naar die ene, ultieme compositie van een weergaloze bladspiegel. Het waren de
mooiste uren uit onze samenwerking; nagenoeg bij elk samenzijn hebben we het er
nog over.’
Het eerste boek
Johan Vergote maakt er een erezaak van om zijn auteurs persoonlijk het
eerste exemplaar van een publicatie te bezorgen. ‘Ik kan van me van elk van
mijn auteurs herinneren hoe het was toen ik het eerste boek overhandigde. Dat
eerste exemplaar vertrekt nooit met de post. Ook al staat die dag de paus aan
mijn deur, het eerste exemplaar draag ik persoonlijk naar het huis van de
auteur.’ Het zal ongetwijfeld een unicum zijn in de uitgeverswereld.
Maaike Monkerhey vertelt: ‘Ik was brood aan het bakken. Het was nog
maar net uit de oven, het stond nog te geuren op de tafel, toen Johan ineens
met het eerste exemplaar van Niet omkijken, Camille aan de voordeur
stond. Prompt trommelden we Ingrid Tierssen, die mee de aanzet voor het boek
gaf, op en zaten we met ons drieën aan de tafel. Later haalde Johan een
voorraadje Camilles uit zijn autokoffer.’
Ook Yves Bondue herinnert zich de ‘eerste boekoverhandiging’ en nodigt
uit op een tegenbezoekje: ‘Aan u, lezer dezes, raad ik aan: trotseer het
onmogelijke verkeersplan van Meulebeke en wip even binnen bij Johan. Er zal
koffie klaarstaan. Weet ik zeker. Er zullen verhalen zijn. En ge gaat er indliks
welgekomen zijn, zoals we hier in het westen van het land zeggen.’
Het volledige artikel verscheen in Jaarwerk MMXXIII, het jaarboek 2023 van de Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers.
Contacteer me als je het boek wenst aan te kopen (25 euro).
zondag 22 oktober 2023
Miner
vrijdag 31 maart 2023
Blijven schrijven, Theo!
"Vandaag zwaait oprichter Theo van Rijn na 10 jaar en 11 maanden af als uitgever van LetterRijn. Met 77 uitgegeven titels laat Theo een aanzienlijke collectie na aan zijn opvolgers, Yfke van Vuurden en Alexander Roessen. Zij zullen na 31 maart het dagelijks bestuur overnemen, waarbij Alexander aanspreekpunt en vormgever is en Yfke de redactie verzorgt.
Theo blijft als redacteur, vormgever en medebesluitvormer bij de uitgeverij betrokken en LetterRijn blijft thrillers en spannende verhalen uitgeven in binnen- en buitenland."
Dat lees je vandaag op de Facebookpagina van uitgeverij LetterRijn. Ik maak zowat een vijfentwintigste deel uit van het uitgeversfonds van LetterRijn. Mijn misdaadromans IJs, Zand en Rots komen uit deze stal en er staat een verhaal van mij in de bundel misdaadverhalen Onder druk.
Toen ik rond 2015 het script van IJs klaar had, was het even zoeken naar een passende uitgever. Ik had tot dan alleen goede contacten met uitgevers van kinder- en jeugdboeken in Vlaanderen. Een volwassenenroman was nieuw voor mij. Welke uitgever zat er op een eigenzinnig misdaadverhaal met een verrassende twist en een bijzonder gevoel voor locaties te wachten? De grote uitgevershuizen zouden het wellicht niet zijn, dus moest ik op onderzoek. En kijk, ineens botste ik op LetterRijn, een nieuwe uitgeverij uit Leidschendam bij wie ‘woorden traag stromend door oneindig laagland gaan’. Grasduinend in de titels die al waren verschenen, dacht ik dat dit wel eens mijn literaire huis kon worden. Altijd een fan van dat laagland geweest.
Ik stuurde mijn script en na het gebruikelijke wachten (LetterRijn bewees meteen dat het de knepen van het vak al helemaal doorhad) kwam ineens een berichtje. Dat we eens moesten praten.
Ons eerste gesprek vond plaats op een zaterdagnamiddag in een doods en oersaai etablissement op het stationsplein van Sint-Niklaas. Dat plein is helemaal een saaie bedoening, maar Sint-Niklaas ligt ergens halverwege tussen Wevelgem en Leidschendam. De koffie was flauw en koud, het koekje zacht en niet lekker, maar het gesprek bijzonder fijn. Ik keerde terug met een stapel boeken van de uitgeverij en een ondertekend contract voor de uitgave van mijn script dat toen nog Dent Blanche heette. En goed opgeborgen in mijn bovenkamer de woorden van Theo: ‘We willen gewoon mooie en goede boeken maken waar zowel de uitgever als de auteur trots en blij mee kunnen zijn’.
Met dank aan Bart Van Loo veranderde Dent Blanche in IJs. En na IJs kwamen Zand en Rots. Elke roman kwam prettig tot stand, werd prettig voorgesteld en prettig gelezen. Theo bleek zelf een heel stipte, nauwgezette en creatieve redacteur te zijn – al was het wel eens wennen aan het onderscheid tussen Vlaams en Nederlands (in Nederland wandelen ze bijvoorbeeld nooit, ze lopen altijd!)
‘Transparantie, samenwerking en wederzijds respect en vertrouwen zijn voor LetterRijn geen holle woorden maar vormen de basis waarop wordt gewerkt’. Dat lees je op de homepage van de uitgeverij. En ze maken die belofte helemaal waar, Theo en de zijnen.
Twee keer kwam Theo vanuit het redelijk verre noorden naar de Wevelgemse bib om een boek mee te presenteren. Hij bleek een wielerliefhebber te zijn en hij keerde elke keer tevreden hollandwaarts met een boek over Gent-Wevelgem en ruim 100 exemplaren minder van IJs of Rots.
Wie Theo volgt op Facebook, weet dat hij zelf ongelooflijk geestige tekstberichtjes plaatst. Zijn observaties zijn hilarisch, zijn typeringen origineel, zijn schrijfstijl fantastisch, zijn ironische en sarcastische humor fenomenaal. Zoek en lees hem maar eens, Theo van Rijn is de naam.
Verder schrijven, Theo! En achter de schermen graag een beetje blijven helpen bij de uitgeverij, waarvoor dank.
“De meeste mensen zijn in meer of mindere mate nieuwsgierig. Ook ik ben daarin net een mens. Ik beschik daarnaast echter over een grote mate van zelfbeheersing en heb mezelf aangeleerd om een totale desinteresse te veinzen. Ik denk dat het om die reden is, dat mensen bij mij niet op hun hoede zijn en er onbedoeld alsnog van alles uitflappen.” (Theo van Rijn)