Pagina's

vrijdag 31 maart 2023

Blijven schrijven, Theo!

"Vandaag zwaait oprichter Theo van Rijn na 10 jaar en 11 maanden af als uitgever van LetterRijn. Met 77 uitgegeven titels laat Theo een aanzienlijke collectie na aan zijn opvolgers, Yfke van Vuurden en Alexander Roessen. Zij zullen na 31 maart het dagelijks bestuur overnemen, waarbij Alexander aanspreekpunt en vormgever is en Yfke de redactie verzorgt. 

Theo blijft als redacteur, vormgever en medebesluitvormer bij de uitgeverij betrokken en LetterRijn blijft thrillers en spannende verhalen uitgeven in binnen- en buitenland."

Dat lees je vandaag op de Facebookpagina van uitgeverij LetterRijn. Ik maak zowat een vijfentwintigste deel uit van het uitgeversfonds van LetterRijn. Mijn misdaadromans IJs, Zand en Rots komen uit deze stal en er staat een verhaal van mij in de bundel misdaadverhalen Onder druk

Toen ik rond 2015  het script van IJs klaar had, was het even zoeken naar een passende uitgever. Ik had tot dan alleen goede contacten met uitgevers van kinder- en jeugdboeken in Vlaanderen. Een volwassenenroman was nieuw voor mij. Welke uitgever zat er op een eigenzinnig misdaadverhaal met een verrassende twist en een bijzonder gevoel voor locaties te wachten? De grote uitgevershuizen zouden het wellicht niet zijn, dus moest ik op onderzoek. En kijk, ineens botste ik op LetterRijn, een nieuwe uitgeverij uit Leidschendam bij wie ‘woorden traag stromend door oneindig laagland gaan’. Grasduinend in de titels die al waren verschenen, dacht ik dat dit wel eens mijn literaire huis kon worden. Altijd een fan van dat laagland geweest.

Ik stuurde mijn script en na het gebruikelijke wachten (LetterRijn bewees meteen dat het de knepen van het vak al helemaal doorhad) kwam ineens een berichtje. Dat we eens moesten praten.

Ons eerste gesprek vond plaats op een zaterdagnamiddag in een doods en oersaai etablissement op het stationsplein van Sint-Niklaas. Dat plein is helemaal een saaie bedoening, maar Sint-Niklaas ligt ergens halverwege tussen Wevelgem en Leidschendam. De koffie was flauw en koud, het koekje zacht en niet lekker, maar het gesprek bijzonder fijn. Ik keerde terug met een stapel boeken van de uitgeverij en een ondertekend contract voor de uitgave van mijn script dat toen nog Dent Blanche heette. En goed opgeborgen in mijn bovenkamer de woorden van Theo: ‘We willen gewoon mooie en goede boeken maken waar zowel de uitgever als de auteur trots en blij mee kunnen zijn’.

Met dank aan Bart Van Loo veranderde Dent Blanche in IJs. En na IJs kwamen Zand en Rots. Elke roman kwam prettig tot stand, werd prettig voorgesteld en prettig gelezen. Theo bleek zelf een heel stipte, nauwgezette en creatieve redacteur te zijn – al was het wel eens wennen aan het onderscheid tussen Vlaams en Nederlands (in Nederland wandelen ze bijvoorbeeld nooit, ze lopen altijd!)

‘Transparantie, samenwerking en wederzijds respect en vertrouwen zijn voor LetterRijn geen holle woorden maar vormen de basis waarop wordt gewerkt’. Dat lees je op de homepage van de uitgeverij. En ze maken die belofte helemaal waar, Theo en de zijnen.

Twee keer kwam Theo vanuit het redelijk verre noorden naar de Wevelgemse bib om een boek mee te presenteren. Hij bleek een wielerliefhebber te zijn en hij keerde elke keer tevreden hollandwaarts met een boek over Gent-Wevelgem en ruim 100 exemplaren minder van IJs of Rots

Wie Theo volgt op Facebook, weet dat hij zelf ongelooflijk geestige tekstberichtjes plaatst. Zijn observaties zijn hilarisch, zijn typeringen origineel, zijn schrijfstijl fantastisch, zijn ironische en sarcastische humor fenomenaal. Zoek en lees hem maar eens, Theo van Rijn is de naam.

Verder schrijven, Theo! En achter de schermen graag een beetje blijven helpen bij de uitgeverij, waarvoor dank.

“De meeste mensen zijn in meer of mindere mate nieuwsgierig. Ook ik ben daarin net een mens. Ik beschik daarnaast echter over een grote mate van zelfbeheersing en heb mezelf aangeleerd om een totale desinteresse te veinzen. Ik denk dat het om die reden is, dat mensen bij mij niet op hun hoede zijn en er onbedoeld alsnog van alles uitflappen.” (Theo van Rijn)