Het was me het weekje wel. De voorbije acht dagen tijd vielen de gesigneerde boeken van alle kanten op mijn schoot. De schrijvers liepen me voor de voeten, er waren fijne babbels en boeken vol handtekeningen en mooie woorden. Mijn beurs werd niet armer, mijn boekenkast veel rijker.
Vorige donderdag was
er in de bibliotheek van Wevelgem (ja, die) een lezing met historicus Pieter
Serrien. Hij vertelde het wonderlijke verhaal van de geuzentijd in de
Nederlanden aan de hand van het levensverhaal van Petronella van Praet. Dat was
genieten. Zijn vuistdikke boek In opstand! had ik al, maar Pieter signeerde
het met veel plezier. Ik compenseerde door hem ongevraagd een gesigneerd exemplaar van mijn
Ketters van de Kemmelberg te offeren. Het is een opwindende gedachte dat
de ketterskenner bij uitstek het boek zal aanprijzen bij zijn leerlingen van het
hoger middelbaar onderwijs. En hij zal het lezen, zei hij, want hij kende mijn
held Jan Caemerlynck uiteraard. Die van De bastaard van Brussel, het
boek dat mijn uitgeversplannen bij een Nederlandse uitgever destijds dwarsboomde
omdat de dekselse ketter van haar net iets vroeger op het uitgeversbureau lag. ‘Haar’
is Simonne Van der Vlugt, de schrijfster die mijn prijzendroom dwarsboomde
omdat haar Zwarte sneeuw de Gentse scholieren net iets meer kon bekoren dan
mijn De oversteek waardoor de Gentse jeugdboekenprijs Kleine Cervantes in
2003 niet naar Wevelgem maar naar Hoorn reisde. Simonne Van der Vlugt, de
schrijfster die ik ondanks alles erg waardeer en heel graag lees. Omdat In
Opstand al in mijn boekenkast stond, kreeg ik van Pieter prompt een exemplaar
van zijn laatste exploot Het elfde uur. Gesigneerd uiteraard.
Tijdens de lezing
van Pieter kwam daar plots de vermaledijde pijpenrookster Pierrette COffrée de
zaal binnengewaaid. De uitgeweken Moorseelse Antwerpse loopt dezer dagen op een
wolk nu haar debuutbundel Tabak Taboek op geboren staat. Ik stimuleerde
haar om haar tekst aan een uitgever aan te bieden en ik redigeerde waar het kon
of mocht en voor die noeste arbeid ontving ik veel eerder dan menigeen een
exemplaar van haar bijzondere bundel. Uiteraard gesigneerd, opgedragen aan de ‘koenste
raadgever en hedendaagse geus van de Guldenberg’. Vooralsnog houdt de ‘revaliderende
performance-moeder haar kleine tegen haar berstenvolle borsten,’ maar als het
boek op 6 december ter aarde verschijnt in de Groene Antwerpse Waterman zal ik er zijn – met een
gesigneerd exemplaar van Ketters van de Kemmelberg als geboortepresentje,
want dat wil deze dochter van de Kezelberg van me. Gesigneerd uiteraard.
Vrijdag was er tijd
voor nog grootser theatraal werk. In de Ieperse Stadsschouwburg liep Bart Van Loo
met stoute schoenen op de planken. Een avond met Bart Van Loo is een avond
genieten in het gezelschap van hertogen, keizers, zangers en schrijvers. De
boeken van deze schrijver-van-om-het-hoekje had ik al, gesigneerd en al, maar
de hartelijke begroeting achteraf in het cafetaria gold als symbolische signering.
Schrijfster Maaike Monkerhey was in de buurt en kreeg ook zo’n signatuur.
Maaikes boeken staan al een tijdje in mijn boekenkast, gesigneerd en al. En ik ben er zeker van dat ze haar Roerloos in het voorjaar van 2025 ook voor mij zal willen signeren.
Het hoogtepunt van
het weekend stond met stip genoteerd voor de zaterdag. In de Gotische zaal van
het Brugse Stadhuis (daar komen is een historische sensatie – ‘niet mijn
term, maar die van Johan Huizinga’, memoreerde ene Bart ons gisteren nog). Mijn
literaire sensatie was dat ik zaterdag als voorzitter van de Vereniging van
West-Vlaamse Schrijvers de tiende VWS-prijs mocht uitreiken. De prijs was voor
Bart Moeyaert en ik was best trots om hem te mogen toespreken en feliciteren. ‘Ik voel me
even hertog Koen de Stoutmoedige,’ schreef ik die dag wat Bourgondisch op
mijn Facebookpagina. Deze andere Bart ging voordien al lopen met onder veel meer de Astrid Lindgren
Memorial Award (aka de Nobelprijs voor de jeugd) maar zei met nadruk dat hij het een eer vond de VWS-auteursprijs te mogen ontvangen. Uit mijn handen en uit die van kunstenaar
en dichter Renaat Ramon. Van Renaat is de nieuwe dichtbundel Visum op komst naar
mijn boekenkast – gesigneerd uiteraard. Omdat ik zaterdag als voorzitter o zo
trots was, kreeg ik van Bart een hagelnieuw exemplaar van Duet met valse
noten cadeau. Bart schreef iets moois in het boek en signeerde het ook. Mijn
fier- en blijheid spoelde ik na de receptie republikeins weer door in het gezelschap
van dichter Paul Rigolle. Van hem verschijnt in het voorjaar een nieuwe
dichtbundel – ik mag niet vergeten om hem te vragen mijn exemplaar te signeren.
Op zondag was er
tijd voor een muzikaal intermezzo in het cultuurcentrum van Oarelbeke Weireldstad.
Al zijn die teksten van Charles Aznavour ook niet mis en al zeker niet als ze worden
gezongen door Frank Mercelis en muzikaal ondersteund door de VRT-Bigband. Oh
ja, van Franks alter ego Eddy heb ik een gesigneerde cd, hij staat helaas niet
in mijn boekenkast.
Het slotakkoord van
deze achtdaagse volgde op donderdag. In de bibliotheek (altijd weer die
bibliotheek) ging Jooris van Hulle in gesprek met misdaadauteur Toni Coppens.
Een boeiend gesprek – vooraan op het podium en achteraf aan de mobiele bar. Ik
kreeg prompt een exemplaar van zijn Roofdier. ‘Wil je het boek voor mij
signeren, Toni?’ Hij deed het met veel plezier en zette zo ook zijn
handtekening onder een vrij literaire achtdaagse.
Oh ja, zei ik al dat
er in maart 2025 een nieuw boek van mij verschijnt? Als je dat wil, zal ik het dan
graag voor je signeren.
Lees ook: Mijn Clausiaanse vriend
Lees ook: Uitreiking VWS-prijs aan Bart Moeyaert