Pagina's

maandag 21 november 2011

Skrivn in 't Wevelgems

We komen uit dezelfde gemeente en we woonden bijna in dezelfde straat. Hij is een ongemeen toffe gast en hij zingt wonderlijke liedjes. Omdat ik hem zo apprecieer en bewonder, heb ik hem enkele maanden geleden iets gevraagd. Al was het een heel vrijblijvend en puur persoonlijk verzoekje.

Wat haat ik de titel van dit blogje! Maar hij vertelt nu eenmaal het best waarover ik het wil hebben. En samen met de eerste zin is dit een fameus statement.

Ik werkte zopas de redactie van een tijdschriftnummer over Willem Vermandere af (VWS-cahier 260). Het werd geschreven door Hedwig Speliers. De dichter-criticus kende ik uit mijn studententijd. Zijn polemische kritieken en strenge literatuuroordeel bezorgden me het beeld van een hardvochtig en verzuurd man. Niets daarvan: het was erg prettig samenwerken met Speliers, al beperkte onze samenwerking zich tot druk mailverkeer en twee telefoongesprekjes.
Hedwig werkte een tijdje samen met Willem Vermandere en werd een trouwe vriend en groot bewonderaar. Hij schreef een mooie tekst voor het VWS-cahier. Hij schept het beeld van een groot artiest: Willem de zanger, de dichter, de verteller, de muzikant, de beeldhouwer. Uit de tekst blijkt dat voor Willem vooral dat laatste erg belangrijk is, ook al is hij zoveel succesvoller als zanger.
Willem Vermandere groeide op in Lauwe, voor mij is dat het dorp aan de overkant van de Leie. We spraken als kind dus dezelfde taal, ook al zorgde de Leie voor een obstakel en wijken die van Lauwe qua uitspraak wel eens af van het Algemeen Wevelgems. Luister maar hoe we aan beide oevers van de rivier 'kerk' of 'kaarten' uitspreken. Schitterend toch, die taalvariatie? Vind ik ook, maar je moet er volgens mij niet mee koketteren in liedjes en versjes.
Ja, ik ben fervent voorstander van het Algemeen Nederlands. Dialect of standaardtaal... het is een item dat dezer jaren vaak opduikt in opiniestukken. Guido Gezelle hebben we van ons afgeschud, zijn zingende adepten plaatsen we op een voetstuk. Flip Kowlier zingt in het Izegems, Axl Peleman in het Antwerps, Wannes Cappelle in het Wevelgems...

Wannes... Die woonde nog dichter bij mij. Vanuit het huis waar ik nu al meer dan twntig jaar woon zie ik zijn geboortehuis. Ik kom er elke dag minstens vier keer voorbij. Jaren geleden hoorde ik vaak heerlijk pianospel en een zingende jongen. Wannes-in-wording. Wannes die opkeek naar Willem Vermandere en nu in zijn traditie verder werkt. Het rockt wat meer, maar het zijn dezelfde teksten. Over de spelletjes op de schoolspeelplaats, het huis van zijn ouders, de hebzucht van de mensen. Willem heeft het wel eens over God en de priesters, Wannes meer over liefde en de meisjes. Goed zo.
Wannes is minstens even sympathiek als Willem. Ik zag hem onlangs nog op een benefietvoorstelling voor de slachtoffers van de watersnoodramp in Pakistan. Natuurlijk wou hij komen en hij bracht een fijn akoestisch optreden. Of het huis van zijn vader er nog altijd staat, vroeg hij zich zingend af. Dat weet je toch zelf wel, Wannes, dacht ik... Als je uit het station komt, eerst de school, dan even naar links... Maar om die anekdotiek gaat het in zijn liedjes niet. Wannes heeft veel meer te vertellen. Schitterend artiest, zonder meer, en een toffe gast.
De taal waarin Wannes zingt varieert maximaal honderd meter van de taal waarin ik overdag spreek. En toch ben ik daar niet onverdeeld gelukkig om. Waarom niet in de standaardtaal zingen? Wannes werkt momenteel een succesrijke theatertournee in Nederland af. Daar ben ik veel blijer om. Maar tegelijk maakt het me een klein beetje bang. Als het maar niet komt omdat ze hem niet begrijpen. Zijn taaltje zo koddig vinden. Zijn uitspraak zo exotisch. Zijn présence zo stuntelig. Wat zijn ze toch sympathiek, die zingende Vlamingen.
Ik weet het wel: 'Blanche en zijn peird' of 'Cowboy en indiaan' in het Algemeen Nederlands, dat lukt niet. Maar Vermanderes 'Kasteel van schelpjes en zand' en Cappelles 'Keuning van de jacht': het zijn verpletterend mooie liedjes die perfect in het Nederlands hadden gekund. Hetzelfde gevoel, hetzelfde effect en evenveel nostalgie nastreven in een taal die ze ook aan de andere kant van de Schelde, de Maas of het Albertkanaal begrijpen... Of de Moerdijk. Toch maar eens proberen?

Toen ik jaren geleden voor het eerst Flip Kowlier hoorde, verwarde ik hem met de Zuid-Afrikaanse Johannes Kerkorrel. De klanken klonken vertrouwd, maar ik begreep de woorden niet. Ook in Izegem spreken ze Wevelgems, maar ik moet de woorden eerst eens kunnen lezen vooraleer ik snap waarover Kowlier zingt. Klaas Delrue komt ook uit de streek, een gemeente verder dan Lauwe... Zijn Yevgueni mag dan lichtvoetiger liedjes zingen, ik begrijp perfect waarover hij het heeft. Zonder handleiding. Makkelijk toch?



2 opmerkingen:

  1. achter dak 3 kinders int 'Alhemeen Nederlands' heb opgevoed, no'g' mossel no'g' vis dus, besloot ik nr. 4 onder te dompelen in het sappigste dialect. Kwestie van oes toalke ni verloorn te loaten goan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Helaas (of niet?): wellicht heeft de schrijver van "Het einde van de standaardtaal" gelijk. Boeiend boek; al gelezen? http://www.zoeb.nl/productimages/9789029082655.jpg
    Bovenstaande getuigenis bevestigt het alleen maar. Wel jammer voor de anderstaligen die NL leren. Zelfs als ze al goed NL kennen, blijven ze moeite hebben wanneer ze bij een groep Vlamingen staan en het gesprek willen volgen. Dialect als soort geheimtaal?

    BeantwoordenVerwijderen