Pagina's

zaterdag 8 december 2012

Bij de verjaardag van Willy (3)

Schrijver Willy Spillebeen wordt op  30 december  80 jaar en dat zal ik geweten hebben.  Aan het prikbord in mijn werkkamer hangen momenteel drie uitnodigingen voor stemmige feestjes en stiljlvolle recepties met boeiende sprekers en gasten. Literair criticus Jooris Van hulle, emeriet professor Piet Thomas, historicus Jos Martens, filosoof Bert Demyttennaere en cabaretier Dirk Denoyelle: ze zullen Willy allemaal op passende wijze en helemaal verdiend in de bloemetjes zetten. Ik sluit me daar heel graag bij aan. En omdat het voor Willy drie keer feest is, is ook deze blogpost een drieluik. 

Dit is het derde blogbericht, lees eerst deel 1 en deel 2.

In 1999 werd ik door Christiaan Germonpré, dichter en bibliotheekcollega in Kortrijk, gevraagd of ik geen zin had om redacteur te worden van de cahiers van de Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers (VWS). Hij was het sinds jaren, maar wou graag de fakkel doorgeven. Ik schrok even. Ik kende de vereniging wel, volgde en las de cahiers, maar ik was geen lid van VWS en ik was toen ook nog (net) geen schrijver. Ook de eerbiedwaardige heren en dame van de VWS moeten wel even geaarzeld hebben of het een goed idee was, want ze kenden mij niet. Maar toen ik na een korte bedenktijd redacteur (en lid!) van VWS werd, hoorde ik dat ze ook bij Willy Spillebeen hadden gepolst. Of hij Koen D’haene kende? Zijn antwoord en referentie hadden de heren en dame van VWS mee overtuigd. Het bijzondere was dat de eerste publicatie die ik voor VWS moest redigeren van de hand van Willy Spillebeen was, over de Wevelgemse letterenmens Lionel Deflo…

De regio is te klein om Willy niet alleen tegen te komen tijdens boekvoorstellingen en lezingen. Een vriend trouwde met zijn dochter, mijn vrouw zorgde even voor zijn kleinzoon, mijn zoon werd de vriend van een andere kleinzoon. 
In de marge van de literaire feesten en uitstapjes leerde ik ook een heel klein beetje Zulma kennen, Willy’s geliefde echtgenote die je na één oogopslag omarmde en verbaasde met zowel moederlijke zorg als literaire interesse. Wat was zij een aimabele vrouw! Hoe hard moet Willy haar hebben gemist toen ze hem plots en onverwacht voorging.  Zijn verdriet was zo groot dat hij even niet meer kon schrijven. Geen letter, geen woord, geen zin en zelfs geen roman. Maar plots was er in 2006 de mooie dichtbundel Liefde, het enige, wonderlijke verzen van groot gemis. Opgedragen aan Z.

Ondanks het feit dat ik Willy leerde kennen en steeds vaker ontmoette, bleef hij voor mij in de eerste plaats een schrijver die ik graag las en naar wie ik opkeek om wat hij schreef. 
Ik las zijn bundel Honderd liefdessonnetten, een heel mooie vertaling van Cien sonetos de amor van de door hem bewonderde Pablo Neruda. Zuid-Amerika, de liefde bleef. Ook bij mij. En de poëzie schitterde zoals ze altijd doet in de bundels van Willy. Hij voelde zich meer dichter dan schrijver en pas nadat ik dat van hem hoorde, las ik ook zijn poëzie. 
Ik las De heuvel, dat wonderlijke boek over Wereldoorlog I in onze regio. ‘Het is onbegrijpelijk dat zo’n zachtaardig en vredelievend man zo’n vreselijke thema’s en gruwelijke taferelen kan schrijven,’ zei dichter Renaat Ramon me tijdens de voorstelling. Er klonk verwondering in zijn stem en er stond bewondering op zijn gezicht. 
Ik las de adolescentroman Anastasia en hoorde er van Willy een fantastisch verhaal bij dat hem had geïnspireerd voor het boek: over een oude Russische vrouw die in Moorsele woonde en daar per abuis terechtkwam omdat ze eigenlijk onderweg was naar Marseille. Moorsele en Marseille, de namen lijken net iets teveel op elkaar als je ze in Rusland hoort.
Ik las Busbeke, of de thuiskomst en kwam zo dicht in de buurt van mijn geliefkoosd romanpersonage Zeno uit mijn absolute favoriete roman, Het hermetisch zwart van Marguerite Yourcenar. Tijdens de voorstelling van Busbeke, in de bibliotheek van Menen en bijna met zicht op de kerk van Busbeke (om die helemaal te zien moet je in de werkkamer van Willy zijn) noteerde ik op een klein briefje een uitspraak die me erg raakte. Wat Willy toen zei is mijn drive als ik in stilte werk aan een historische jeugdroman met Zeno als figurant maar waarover ik verder niets meer vertel.  Zelfs Willy verklap ik die (zijn) uitspraak niet. Het moet een beetje spannend blijven en we hebben tijd zat.
Je verjaart nog wel eens, Willy, en dan kan ik je het boek met je citaat misschien cadeau geven. Maar geniet eerst van deze winter waarin je tachtig wordt. 
Van harte!

http://www.youtube.com/watch?v=v=PO3gcH2N4gs


1 opmerking: