De Boekenbeurs bezoeken en Zurenborg zien… Ook voor mij is de herfst begonnen. Laat de bladeren maar vallen nu.
De 75ste Boekenbeurs van Vlaanderen is bezig. Auteur Walter Van den Broeck (één van de zeldzame Vlaamse auteurs die ik al sinds mijn twintigste 'volg') bazuinde rond dat hij er al 44 keer op rij naartoe is geweest. Ik ging ook even aan het tellen en kwam tot de slotsom dat ik er zeker ook al zo'n twintig jaar trouw bezoeker ben, waarvan de laatste vijftien jaar onafgebroken.
Begin de jaren ‘80 ging ik er naartoe als bevlogen leraar Nederlands, in de overtuiging dat ik een betere lesgever zou zijn als ik de boeken in mijn handen en de schrijvers ervan in mijn hoofd zou hebben. Vanaf de jaren ‘90 ging ik er naartoe als bibliotheekmedewerker: hoe kan je bibliotheekwerk ernstig nemen als je niet weet welke boeken er zoal op de markt zijn? In 2001 was ik er voor het eerst als auteur - apetrots natuurlijk! De hel in New York was verschenen en ik mocht plaatsnemen aan de signeertafel van de prestigieuze uitgeverij Davidsfonds/Infodok. Met groot succes overigens: zes weken voorheen vloog Osama Bin Laden met twee vliegtuigen door de WTC-torens. De titel van mijn boek stond als dikke kop op de cover van Het Laatste Nieuws. Sinds de jaren 2000 heb ik dus een drievoudige interesse voor de Boekenbeurs en ik ging er in dat decennium dan ook elk jaar in veelvoud naar toe. Om de beurs te bezoeken, om te signeren, om bibliotheekbezoekers te begeleiden. Twee keer mocht ik zelfs achter een tafeltje plaatsnemen in één van de lezingenzalen van de beurs. Ianca Fleerackers legde me op de rooster over het thema pesten in Valsspeler en uitgeverij De Eenhoorn vroeg me om de reeks ‘Lekker Lezen’ voor te stellen aan leerkrachten middelbaar onderwijs. Allemaal heel leuke dingen voor deze mens.
Ondertussen zijn we in de jaren '10. Ik ga nog steeds naar de beurs, al heeft die ook voor mij wat van haar glans verloren. Het bezoek werd een routineus, zoniet verplicht, jaarlijks cultureel uitstapje. Een beleefdheidsbezoekje aan de stand van mijn uitgeverij (die was helemaal nieuw en heel mooi overigens dit jaar), een snelle rondgang tussen boeken die veelal geen geheimen meer hebben (om uiteindelijk toch weer betoverd te raken door de 'houten stand' van uitgeverij De Geus – waw!!!), een promotioneel signeermoment, een korte en meestal aangename babbel met collega-jeugdauteurs. En een heel leuk onderhoudend uitstapje met een goede vriendin.
Ondertussen zijn we in de jaren '10. Ik ga nog steeds naar de beurs, al heeft die ook voor mij wat van haar glans verloren. Het bezoek werd een routineus, zoniet verplicht, jaarlijks cultureel uitstapje. Een beleefdheidsbezoekje aan de stand van mijn uitgeverij (die was helemaal nieuw en heel mooi overigens dit jaar), een snelle rondgang tussen boeken die veelal geen geheimen meer hebben (om uiteindelijk toch weer betoverd te raken door de 'houten stand' van uitgeverij De Geus – waw!!!), een promotioneel signeermoment, een korte en meestal aangename babbel met collega-jeugdauteurs. En een heel leuk onderhoudend uitstapje met een goede vriendin.
Zo geschiedde het ook tijdens de vooropening op zondag 30 oktober. Moe en afgepeigerd toog ik mee naar de openingsavond: een uit de hand gelopen vriendendienst resulteerde in een afmattend benefietconcert dat me al had geradbraakt nog voor het boekslenteren begon. Het parkeerprobleem nabij Antwerp Expo losten we elegant op: we waren vrij vroeg en vonden een plaatsje in één van de rustige zijwegen van de Van Rijswijcklaan. Het was zondag, dan komt de wijkagent de bewonerskaarten niet controleren, wisten we. We hadden tijd voor een boekenbeursborrel in de oergezellige cafétaria naast ingang 1. Omdat het wachten op een drankje elk jaar in tijd weer uit de hand loopt, verzon de directie van het café een origineel en sfeerscheppend nieuw systeem dat begon met een poëtisch vers als handleiding op de tafel en eindigde met aanschuiven om een drankje aan de bar.
Eenmaal binnen viel het me weer op dat mijn boekenbeurspartner en ik dezelfde neus voor goede boeken hebben: uit het overweldigende aanbod haalt ze zo de leuke en ongekende titels en ze schrijft die nauwgezet in een notaboekje – stikjaloers ben ik op dat schriftje! Of ik ook enkele titels mocht aangeven? Net als ik heeft ze een gezonde aversie voor bekende Vlamingen: nu en dan loodste ze me handig om een kampioen, een samson, een draulans, een minister-op-rust of een televisiekok heen. Wat ze ook met me deelt: een gezonde interesse voor boeiende Vlamingen. Ze kreeg Peter Vandermeersch in de gaten (en hij haar, zo bleek), Walter van den Broeck zag ze zelfs eerder dan ik (niettegenstaande ik hem al mijn hele leven volg). Het is verder altijd leuk om Tine Mortier te ontmoeten en Hilde Vandermeeren weer eens terug te zien. Maar pas op, daar is alweer iemand uit ‘Thuis’!
We slenterden er onze hele tijd rond, Caroline en ik. Moe en voldaan reden we huiswaarts. Met een schriftje vol titels van boeken die we de komende maanden gaan lezen.
Na de openingsavond ging ik nog een keer on my own terug naar de Boekenbeurs. Best leuk geweest. Een signeersessie met aangename buren (wat kan Caryl Strzelecki mooi tekenen en wat is De kleuren van het getto een wonderschoon boek!) en een hartelijke ontvangst door Nele en de collega’s van de uitgeverij. Een lezing in de Gele Zaal met als veelbelovende titel ‘Jeugdliteratuur bestaat niet’. De lezing was evenwel geannuleerd, wat me doet besluiten dat jeugdliteratuur wel degelijk bestaat. Het is een hele geruststelling. En verder nog even rondslenteren in de beursgangen en kuieren in de stands, onderwijl veel handjes schuddend en schouderklopjes gevend en ontvangend. Dag Do! (‘ik zag een lange rij aanschuiven…!’). Dag Katrien (‘mooie uitgave hoor over die IJslandvaarders!’). Dag Kristien (‘je zoon staat in de Standaard der Letteren!’). Dag Dirk (‘tot in Menen en Ieper weer?’). Even geërgerd grijnzen naar die vreselijke rat en opkomende irritatie inslikken bij de Eftelingkabouters en -prinsen. Een niet-onaardige kennismaking met een nieuw verschijnsel: na de televisiekok is er nu ook de boekenbeurszanger. Hij heet Stash, dat valt dus nog mee! Darwin op de Boekenbeurs: eerst waren er schrijvers die signeerden, daarna koks die kookten, nu zangers die zingen. Ook Darwin: Goedele is minder mooi dan ik dacht – of dan ze was? En heel leuk: de boekendokters in de stand van Cobra. Moet ik echt ook eens proberen!
Stilaan afrondend kocht ik aan een heel mooie stand een heel leuk notaboekje om titels van nog te lezen boeken in te noteren: ik droomde al vier dagen van zo’n schriftje. Tot slot ging ik even checken of alles in orde was in zaal 1. Ja hoor, Paul D’hoore zat plichtbewust en met bezwete oksels zijn beleggingsboeken te signeren. Oef, ik kon met een gerust gevoel vertrekken.
Eindelijk kon ik op weg naar het hoogtepunt van mijn jaarlijkse Boekenbeurs. De tram tot station Berchem en dan de Cogels Osylei in. Ik nam de tijd tot een volgende trein om me te vergapen aan de schoonheid van de torentjes, opschriften, versieringen, gevels en huizen van de Antwerpse Art Nouveau. Het is de mooiste straat van ’t Stad en voor één keer is Antwerpen geheel Vlaanderen. Niet te geloven dat elk jaar zoveel mensen dwalen in de boekenbeursgangen zonder deze omweg naar Zurenborg te maken.
Na de openingsavond ging ik nog een keer on my own terug naar de Boekenbeurs. Best leuk geweest. Een signeersessie met aangename buren (wat kan Caryl Strzelecki mooi tekenen en wat is De kleuren van het getto een wonderschoon boek!) en een hartelijke ontvangst door Nele en de collega’s van de uitgeverij. Een lezing in de Gele Zaal met als veelbelovende titel ‘Jeugdliteratuur bestaat niet’. De lezing was evenwel geannuleerd, wat me doet besluiten dat jeugdliteratuur wel degelijk bestaat. Het is een hele geruststelling. En verder nog even rondslenteren in de beursgangen en kuieren in de stands, onderwijl veel handjes schuddend en schouderklopjes gevend en ontvangend. Dag Do! (‘ik zag een lange rij aanschuiven…!’). Dag Katrien (‘mooie uitgave hoor over die IJslandvaarders!’). Dag Kristien (‘je zoon staat in de Standaard der Letteren!’). Dag Dirk (‘tot in Menen en Ieper weer?’). Even geërgerd grijnzen naar die vreselijke rat en opkomende irritatie inslikken bij de Eftelingkabouters en -prinsen. Een niet-onaardige kennismaking met een nieuw verschijnsel: na de televisiekok is er nu ook de boekenbeurszanger. Hij heet Stash, dat valt dus nog mee! Darwin op de Boekenbeurs: eerst waren er schrijvers die signeerden, daarna koks die kookten, nu zangers die zingen. Ook Darwin: Goedele is minder mooi dan ik dacht – of dan ze was? En heel leuk: de boekendokters in de stand van Cobra. Moet ik echt ook eens proberen!
Stilaan afrondend kocht ik aan een heel mooie stand een heel leuk notaboekje om titels van nog te lezen boeken in te noteren: ik droomde al vier dagen van zo’n schriftje. Tot slot ging ik even checken of alles in orde was in zaal 1. Ja hoor, Paul D’hoore zat plichtbewust en met bezwete oksels zijn beleggingsboeken te signeren. Oef, ik kon met een gerust gevoel vertrekken.
Eindelijk kon ik op weg naar het hoogtepunt van mijn jaarlijkse Boekenbeurs. De tram tot station Berchem en dan de Cogels Osylei in. Ik nam de tijd tot een volgende trein om me te vergapen aan de schoonheid van de torentjes, opschriften, versieringen, gevels en huizen van de Antwerpse Art Nouveau. Het is de mooiste straat van ’t Stad en voor één keer is Antwerpen geheel Vlaanderen. Niet te geloven dat elk jaar zoveel mensen dwalen in de boekenbeursgangen zonder deze omweg naar Zurenborg te maken.
Het is allemaal de schuld van Piet Huysentruyt.
Cafetariapoëzie
zet met het potlood een kruisje in het vakje naast de keuze van uw gerecht
geef de ingevulde menukaart aan de kassa en betaal
haal uw dranken af aan de bar en ga terug naar uw tafel
hou de numerieke display boven de bar nauwlettend in het oog
wanneer uw ticketnummer daarop verschijnt begeef u dan met uw plateau en
ticket naar de uithaalpost naast de kassa om uw bestelling af te halen
bedankt voor uw participatie en we wensen u smakelijk eten
Antwerpen, Boekenbeurs 2011