Pagina's

woensdag 27 maart 2013

Meester Koen

‘Hallo Koen…’
De stem klinkt fluweelzacht achter mij. Ik had niet gemerkt dat iemand naast mij was komen staan. Ik was veel te diep in mijn werk tussen de boekenrekken verzonken. Oordelen of een ooit gekoesterd maar nu stukgelezen boek nog in de collectie moet blijven. 
‘Ha, dag Elke… Zo lang geleden!’
Dat is het ook. Sinds ze die nieuwe job heeft, komt ze minder vaak op bezoek in de bibliotheek. De keerzijde van de medaille. Dan heb je die job, maar kun je niet meer naar de bibliotheek komen. Dát probleem ken ik alvast niet.
‘Ja hé…’
Ze zegt niets meer, kijkt wat afwezig naast me.
‘Hoe maak je het…?’
‘Eigenlijk niet zo goed…’ zegt ze.
‘Oei…’
‘Met die nieuwe job liep het verkeerd. Verwachtingen die niet werden ingelost, foute collega’s, slechte verloning... Ook privé kan het beter nu… Maar ach, ik moet je er niet mee lastig vallen…’
Ik leg een verfrommelde Arnaldur Indridason op de boekenkar voor mij. Tijd voor het sociale aspect van bibliotheekwerk, denk ik.
‘Geen probleem hoor…’
‘Toch wel, ik mag er niet altijd over beginnen…’
Daar heeft ze ongetwijfeld over nagedacht. Ze wil niet gemeden worden omdat er altijd iets niet oké is met haar. 
‘Maar, weet je…!’
Plots straalt ze en ze kijkt me lachend aan.
‘Ik heb me ingeschreven voor een cursus… Bibliotheekopleiding, in Brugge…’

Ik ben de meest ervaren lesgever in het team van die Brugse bibliotheekopleiding. Al sinds 1 september 1997, toen de cursus voor het eerst werd georganiseerd, geef ik er het vak 'Beroepsveld' en 'Klantgerichte communicatie' aan volwassenen die in een bibliotheek zijn gaan werken of hopen te mogen gaan werken. Vooral het laatste. De opleiding ‘Initiatie bibliotheek-, documentatie- en informatiekunde’ is geen garantie voor snel en degelijk werk.
Honderden cursisten passeerden ondertussen de revue. Ik gaf les aan jonge vrouwen en jaren later aan hun volwassen dochters. Collega’s van nu zijn cursisten van vroeger. Of hun zonen of dochters. Waar ik ga in Vlaamse bibliotheken, kom ik oud-cursisten tegen. 
Ik vind het erg leuk en zinvol om er les te geven. ‘Qui informe, ’s informe’ zei een wijs man me ooit. En het klopt. Dankzij dat lesgeven heb ik steeds meer oud-cursisten onder de collega’s in andere bibliotheken en van hen zie en hoor ik ervaringen die mijn eigen bibliotheek alleen maar ten goede komen.
Ik ben een puzzel, denk ik wel eens. Ik werk in de bib, geef les in de bibliotheekopleiding, schrijf boeken en neem dan verlof in mijn bibliotheek om in een andere over die boeken te vertellen. In die andere bibliotheken ontmoet ik andere schrijvers die ik dan in mijn eigen bibliotheek uitnodig. En op een blog schrijf ik alles aan elkaar.

Elke weet ongetwijfeld niet dat ze ook van mij les zal krijgen.
‘Hopelijk vind je het een leuke opleiding…!’
Ze kijkt raar op. Die bedenking had ze wellicht niet van mij, bibliotheekmens in hart en nieren, verwacht.
‘Dat zal wel zeker. Bibliotheekwerk ís toch leuk?’
‘Tuurlijk, je kan veel leuke dingen doen in de bibliotheek. Maar dat staat niet borg voor een leuke opleiding toch…’
‘Ik lees veel. Er zal toch veel literatuur worden gegeven, veronderstel ik….?’
Het is de verwachting van veel cursisten in de opleiding. Die docenten zullen hen vertellen over de boeken in de bibliotheek. Over de schrijvers en de verhalen. Ongemeen boeiende dingen die je alleen maar mag en kan weten als je in een bibliotheek werkt. De docenten zullen hen meenemen naar de werkkamer én de huiskamer van de schrijvers. Zaligheid der zaligheden….
‘Valt een beetje tegen hoor, Elke. De bibliotheek is meer dan literatuur alleen hé…’ counter ik haar voorzichtig. Maar het tempert haar enthousiasme nauwelijks.
‘Maar dat hoeft ook niet. Ik zou het al leuk vinden om gewoon aan de uitleenbalie te mogen werken. Je komt in contact met mensen en je kan een praatje slaan over de boeken die ze hebben gelezen En hen overladen met tips en favoriete boeken en schrijvers. Fantastisch toch?’
‘Tja, als je er de tijd voor hebt. En niet iedereen wil aangesproken worden, hoor. Veel mensen willen zo snel mogelijk naar huis met de boeken die ze hebben gekozen.’
‘Ah zo…’ 
Ik merk de eerste ontgoocheling. Goed dat ik er niet heb bijgezegd dat de uitleenbalie en zijn immer vriendelijke, goedlachse en boekminnende medewerkers aan het verdwijnen zijn uit de bibliotheken. De zelfuitleenbalie is niet meer te stoppen. Waarom moet een mens boeken uitlenen als een machine het minstens even goed kan?
Hier schuilt trouwens nóg een aanleiding voor veel cursisten om de bibliotheekopleiding te volgen. Dat ze geen verstand van computers hebben en dat ze daarom in een bibliotheek wensen te werken. Altijd een pijnlijk moment: in de bibliotheekschool raden we deze cursisten aan om in de instelling eerst een computercursus te volgen en pas dan de bibliotheekopleiding. Wie geen verstand van computers heeft, kan niets meer aanvangen in een bibliotheek.
‘Je krijgt er nogal wat wetgeving en organisatie. Hoe bibliotheken werken, de structuur en doelstellingen van de sector, automatisering, deontologie….’
‘Oei, klinkt niet zo leuk…’
‘Tja , het hoort er een beetje bij. Het is een basiscursus hé, je moet weten waar je terechtkomt.’
‘Begrijp ik wel…’
‘Niet onderschatten ook dat je ’s avonds les hebt. Soms tot half tien. Soms vallen cursisten wel eens van pure vermoeidheid in slaap tijdens de les. En dan moeten ze nog terug van Brugge. In principe twee keer in de week, maar soms komt er een derde avond of een zaterdagmorgen bij.’
Ze staat een beetje bedremmeld voor me.
‘Amai… Heb je dat ook moeten volgen?’
‘Ik volgde een gelijkaardige opleiding voor ik begon. In 1984 was dat.’
Ik schrik als ik het jaartal uitspreek. In de prehistorie van het bibliotheekwezen dus. Toen boeken nog op perkament werden geschreven. Of konden spreken.
‘Maar… eigenlijk weet ik het vooral omdat ik er nu zelf les geef…’
‘Ha, krijg ik dan les van jou?’
Haar verrassing straalt ook wat blijdschap en verwachting uit.
‘Ja… Ik geef een saai vak. Beroepsveld. Ik heb het over het decreet lokaal cultuurbeleid. Een blokvak eigenlijk. Er zit ook een stukje deontologie in…’
‘Héhé…’
Ik kan me de kop inslaan. Heb ik in enkele zinnen haar lichtje in de duisternis gedoofd. Ze verwacht veel van de bibliotheekopleiding. Dat ik er les geef, zal ze ook wel fijn vinden. Het kan praktische beslommeringen makkelijker maken. En dan heb ik het verdomme alleen maar over hoe zwaar het volwassenenonderwijs wel is.
‘Maar ik probeer het wel leuker te maken dan het is,’ haast ik me. ‘Ik vervang een lesavond door een bezoek aan een bijzondere bibliotheek. In Ieper, Brugge, Oostende of Jabbeke. En in plaats van moeilijke examenvragen geef ik leuke opdrachten die je vooraf moet maken. En soms, heel soms, vertel ik een verhaaltje. Een prentenboek of een voorleesverhaal om de les af te sluiten.’
‘Amai! Een verhaaltje voor het slapengaan dus… Dát klinkt leuk…’
Ik ben blij dat ze haar motivatie terugvindt.
‘Dat is het ook…’ zeg ik. ‘Over kikker van Max Velthuijs, Platvoetje van de Schuberts en over Max en de Maximonsters. Verhalen die je moet kennen als je in een bibliotheek gaat werken. Dat vind ik toch…’
‘Fantastisch. Geef je vaak les?’
‘Niet zo veel meer. Maar genoeg om je toch wat leesplezier bij te brengen!’
‘Ik ga me volgende week inschrijven… Hopelijk is er toch niet te veel wetgeving en organisatie?’
‘Maar neen hoor, valt echt mee! En omdat jij in de groep zit, zal ik een extra-verhaaltje vertellen. Kikker en de horizon, een pareltje!’
‘Ik ken het niet, maar het klinkt veelbelovend. Ik zie er naar uit om het je te horen vertellen!’

Zie je wel: die bibliotheekopleiding vergeet echt niet waarover het werkelijk gaat. Mensen liefde voor de literatuur bijbrengen, ondanks de automatisering, de deontologie, de wetgeving en de organisatie.
‘Oké, dan zie ik je snel in Brugge!’ zeg ik.
‘Be sure!’ zegt ze.
‘Moet ik dan vanaf nu Meester Koen tegen je zeggen?’
Ik lach.
‘Als ik je dan mijn charmantste cursiste mag noemen?’
‘Geen probleem!’
Nooit meegemaakt hoe iemand zo snel van stemming kan wisselen. De kracht van een verhaal en met dank aan de bibliotheekopleiding.

http://www.youtube.com/watch?v=OR7CjJwr3ac


Lees ook 'De avonturen van Elke en Koen' - deel 5.