Pagina's

maandag 9 september 2013

Heartbeat

Als ik aan Luc denk, denk ik aan een megafoon, maar dan een van een vorige generatie. Een die kraakt en sputtert als je erin wil praten. Die huilt en briest als je ermee in de wind staat. Die gevaarlijk ploft als je hem neerzet. Die principieel onverstaanbare klanken spuwt als je erin spreekt.

Die megafoon dus. Luc introduceerde hem in het Wevelgemse straatbeeld. Als coördinator en hoofdanimator (als alles eigenlijk) van ‘het patronaat’ (zo heette de speelpleinwerking in Wevelgem toen en wie Luc heeft gekend zal dat blijven zeggen – zoveel schoner dan Katjeduk) zeulde hij het apparaat altijd met zich mee. Hij gebruikte de megafoon om een spel uit te leggen, kinderen aan te moedigen, richtlijnen te geven, instructies te verspreiden. Kinderen keken vol bewondering naar de man met de megafoon. Maar ze begrepen zijn spitse opmerkingen bestemd voor de oren van de begeleiders niet. De kwinkslagen die hij losliet op de toehoorders en passanten. Wie dicht bij hem stond, zag de typische Luc-grimas. De pretoogjes, de gespannen lippen, de kuiltjes in de wangen. Jarenlang liet Luc kinderen spelen en hij smeedde van zijn animatorengroep een enthousiast team. Toen was ’t Vliegske er nog niet, maar Luc leerde de jongelingen hun eerste aarzelende stappen in een beginnend uitgaansleven zetten. We trokken naar De Vaze en Luc organiseerde hilarische leidersfeestjes in de verblijfshoeve van de kinderboerderij in Marke.
‘Zaterdag ga ik naar Rock Torhout,’ zei hij. ‘Ik wil Chris Rea wel eens zien. Ik vind hem wel iets hebben.’ Ik schrok toen nogal. Luc was tenslotte al 29 en toch nog naar Rock Torhout! Hij was zijn tijd ver vooruit. Jaren later werd hij schooldirecteur maar in zijn hoofd bleef hij zijn hele leven een enthousiaste tiener. Tot gisteren.
Mijn carrière bij het patronaat duurde niet zo lang als die van Luc, al bracht ik het ook tot hoofdanimator in zijn team. Ik leerde veel van hem. Hoe hij dingen aanpakte en nooit tevreden was met ‘gewoon’. De animatoren moesten hun activiteiten uitschrijven in een schriftje en Luc las die voorbereiding aandachtig door. Waar het pedagogisch niet helemaal klopte, kwam hij tussenbeide of hij ging de groep ter plaatse bekijken. Maar hij genoot ervan als je je spelvoorbereiding kruidde met een onzinnige of absurde inkleding. En dan kon je een even leuke kwinkslag van zijn kant terugverwachten. Luc ging op zoek naar betere kinderprogramma’s (‘Samson’ kwam ooit, herinner ik me, lang voor de hond gecommercialiseerd was), streefde naar creativiteit en originaliteit en koppelde dit aan een stevig organisatietalent. Op het einde van de spelnamiddag was er een evaluatie en Luc leerde ons leren van elkaar. De vergadering begon hij overigens altijd met de rituitslag van de Tour (Bernard Hinault won toen elke dag). Onze monden vielen open toen hij plots zei dat hij voor het patronaat een aftandse bestelwagen had gekocht. De wit-groene Volkswagen-camionette verscheen op straat en bewees niet alleen het patronaat maar ook vele jeugdbewegingen en organisaties mooie diensten. Thanks to Luc.

Enkele jaren later kwam Luc weer helemaal in beeld nadat hij begonnen was als reporter van Het Nieuwsblad. 
Toen hij voor het eerst een uitgebreide reportage mocht schrijven (een interview van een volledig blad… toen bestond dat), kwam hij bij mij terecht. Hij interviewde me over het begin van het nieuwe werkjaar van kinderfilmclub Jefi. Het werd een lange babbel: een uur voor de krant en twee uur voor onszelf. Want Luc interesseerde zich écht voor de onderwerpen waarover hij zijn reportages schreef en dat bleef hij zijn hele journalistenbestaan doen.
Luc was een gedegen reporter. Hij maakte werk van zijn teksten en ging uitstekend om met het steeds strakker redactioneel kader. In weinig zinnen kon hij een sfeer oproepen, informatie verstrekken, een mens schetsen. Wie hem te woord stond, herinnert zich zijn rake vragen en was best ook op zijn hoede. Als je niet oppaste, liet je hem ongewild het achterste van je tong zien. Velen herinneren zich ongetwijfeld ook zijn spottende grijns en zijn zoekende blik. Toen ‘wij’ hem ooit vertelden over een optreden van ons Tsjechisch Mannenkoor, verscheen er een frons van ongeloof op zijn voorhoofd, maar wie goed keek zag dat hij eigenlijk veel zin had om zijn balpen weg te kieperen, een snor aan te trekken en duchtig mee te zingen. Chiroleider for ever. En centervoor van SV Wevelgem.

Luc was een doorgewinterd verslaggever van Het Nieuwsblad geworden toen ik even passeerde als collega-reporter bij Het Wekelijks Nieuws. We gingen vaak samen op reportage en Luc had geen moeite om een primeur met mij te delen. Het Wekelijks Nieuws verscheen enkel op vrijdag en als tegenprestatie gunde ik hem altijd wel de woensdag of de donderdag. Toen het persgild nog uit een grote groep reporters bestond, smeedde Luc plannen om een ‘Avond van de Pers’ te organiseren. Die ging enkele jaren door en de avond groeide uit tot officieuze ontmoetingsavond van de Wevelgemse verenigingen. In een ludieke spel- en quizavond (getekend: Luc) namen die het tegen elkaar op. De voorbereidende vergaderingen waren hilarisch, vooral omdat de persmannen elkaar toen ook toevertrouwden wat ze níet hadden geschreven. 
Maar kranten vergaan en reporters gingen, de perskring bleef niet bestaan. Ik heb een huis met een grote zolder en Luc vertrouwde me de spelattributen toe. Wat moet ik daar nu in godsnaam mee?

Wat moet ik met die herinneringen? We zaten samen in de redactie van Klein Tokyo, de themakrant die enkele keren verscheen in het kader van het cultureel project Anno ’02. We lieten ons schrijvenderwijs nogal gaan toen en bedachten o.m. een leuke reportage rond het thema: wat gebeurt er als je op een doordeweekse dag een uur op een Wevelgems plein blijft zitten? Hij nam Gullegem voor zijn rekening, ik ging postvatten op de Wevelgemse Grote Markt. We kwamen tot dezelfde conclusie toen…
Luc kwam onverwachts weer eens op de proppen als presentator van de medewerkersquiz van het gemeentepersoneel. Net iets voor Luc. 'Komaan mannen, er moet voor één keer gewerkt worden vanavond!' Met Luc-grimas.
Onze laatste samenwerking dateert van enkele jaren geleden. Luc was ondertussen schooldirecteur geworden en moest een scriptie schrijven na het volgen van de directeursopleiding. Of ik eens wou nalezen…? Alsof zijn tekst niet goed genoeg zou zijn... Maar Luc was niet tevreden met 'goed genoeg'. Hij moet een ontzettend goede onderwijzer en schooldirecteur zijn geweest.

De laatste maanden zag ik Luc niet zo vaak meer. Hij schreef niet meer voor de krant en het leven gaat niet altijd over rozen. Maar op zijn Facebookpagina zag ik hem onlangs getooid in een kleurrijk hemd, met een enorme ketting om de hals én met de Luc-grimas op het gezicht Balthazar Boma interviewen. En op het Cactusfestival (ja, hij ging nog steeds naar muziekfestivals!) zag ik hem in de verte met zijn dochter: vader-dochter-dag. Het ging goed met Luc. 

Zaterdag stond hij ineens voor mij in de bibliotheek. ‘Hé, da’s lang geleden!’ We hadden een korte babbel. En nu is hij er niet meer.

http://www.youtube.com/watch?v=5URqWXi2elQ

Lees ook Fietsend reporter.