Pagina's

woensdag 2 augustus 2017

Wat gaan jullie drinken?

Ik ga graag naar Nederland op reis. Ik hou van het land en zijn bewoners. Bovendien achtervolgt het idee ‘Nederland – Gidsland’ me al mijn hele leven. Dankzij Boudewijn De Groot zijn ook wij gaan fietsen, dankzij Freek De Jonge gingen we strijden voor de natuur, Jan Terlouw leerde ons beter zorgen voor elkaar. En voetballen natuurlijk. Johan Cruyff die het spel even stillegde om zijn ploegmakkers met de wijsvinger aan te geven waar ze moesten gaan lopen. En hen dan vervolgens de bal op de afgesproken plek toespeelde. Die Nederlanders dus. Zij die de woeste zee bedwongen en nieuw land drooglegden.

Maar na tien dagen reizen door achtereenvolgens Gelderland, Friesland en Flevoland is het even mijn beurt om te gidsen. Want niet alles doen jullie, Nederlanders, even vlekkeloos en voorbeeldig.
Ik beperk me in deze bijdrage tot enkele bedenkingen na veelvuldig bezoek aan diverse eethuizen in de genoemde landen in Nederland.

De keuze op de menukaart is gevarieerd en ik heb geen reden tot twijfel aan de kookkunsten van de chef. Op dat vlak hebben jullie de voorbije decennia heel veel achterstand opgehaald. Maar wij, Vlamingen, drinken graag een aperitiefje vooraleer we eten en we krijgen daar graag de tijd voor. En neen, we bedenken thuis niet vooraf, in een breed maatschappelijk debat, wat we gaan drinken als we aan onze tafel in het restaurant gaan zitten. Dat het bij jullie in Nederland allemaal net iets sneller gaat, is ons genoegzaam bekend. Maar geef ons alstublieft een beetje tijd om ons drankje te kiezen. En een drankenkaart graag. 
Hierbij aansluitend: het is niet de bedoeling van ons, Vlamingen, om met één drankje zowel het aperitief, de hoofdschotel en het dessert te doorstaan. Het mag best bij elk van de genoemde onderdelen met een ander drankje. Zo zuinig zijn wij echt niet. Vraag maar op, we bestellen wel iets.
Het was verder ook nogal vreemd toen dat overigens sympathieke tafelmeisje in de gezelligste kroeg van Ameland aan de al even vriendelijke Duitser vroeg of hij een nieuw glas wou voor zijn tweede biertje. Een tweede biertje schenken wij, Vlamingen, in een net glas. Tot mijn tevredenheid hebben ook de Duitsers deze voorkeur. Nu jullie nog.
Tot slot nog enkele kleinigheden. Toch maar oppassen met de naamgeving van de herbergen. In Harderwijk gingen we met veel genoegen eten in een fijne kroeg die nogal Vlaams aandeed, maar ter informatie toch dit: een Vlaamse Griet is niet Dol, maar Dul. En het is ook geen fantastisch idee om een leuke koffieherberg in het erg gezellige plaatsje Nes op het formidabele eiland Ameland de naam ‘Nescafé’ te geven. 

Het kan dus net een beetje beter. Maar volgend jaar ben ik er weer. Hopelijk geven jullie me dan wat meer tijd voor de keuze van een drankje als ik ga zitten. Hoef ik met de ogen dicht niet van de weeromstuit zoveel Heineken of Hertog Jan te kiezen. Of niet elke keer weer een glas Sjaardonnee toegeschoven te krijgen.