Pagina's

zaterdag 15 oktober 2011

Held van vroeger


Nog vijf keer slapen. En dan ontmoet ik één van de superidolen uit mijn jeugd.

Ik heb er wel wat, van die jeugdhelden en ze komen nogal vaak uit Nederland. Robbie Rensenbrink is er één. De sierlijke spits van Sporting Anderlecht en het Nederlands elftal. Ik keek naar hem op in de jaren waarin ik àlles wist over voetbal. Hij speelde in de tijd van Johan Cruyff en hij zou zijn landgenoot in de geschiedenisboeken overklast hebben als hij in 1978 in de wereldbekerfinale tegen Argentinië de bal aan de juiste kant van de paal had gemikt. Een andere held in die tijd was Boudewijn de Groot. Ik kende al zijn liedjes uit het hoofd, al was ik rond 1975 nog net te jong om te weten wat hij bedoelde met het testament dat hij na 22 jaren in het leven schreef. Hij zong ook over de eenzame fietser en die ben ik mijn hele leven gebleven.

Maar de echte held uit die tijd zie ik vrijdag tijdens het literaire festival Letterkoorts in Kortrijk. Als medeorganisator heb ik bovendien het voorrecht om hem persoonlijk op te wachten in het station van Kortrijk, samen met hem te eten en hem de rest van de avond te vergezellen. Ik zie uit naar vrijdagavond om 17.21 uur, het moment waarop Jan Terlouw, de schrijver van 'Oosterschelde windkracht 10', op perron 4 van het Kortrijkse station van de trein zal stappen en ik hem handenschuddend en met een krop in de keel zal verwelkomen.

Nu kom ik als jeugdauteur, redacteur van een literaire vereniging en assistent-dienstleider in een bibliotheek wel vaker in contact met andere schrijvers. Een vroeg hoogtepunt was een brief aan Hugo Claus en het antwoord van zijn vriendin Veerle de Wit. Op de Boekenbeurs vertrouwde Karel Verleyen me ooit zijn eerste liefdesavontuur toe. De voorbije jaren ging ik lunchen met Kader Abdolah en Oscar van den Boogaard, zat ik in Ieper aan een viersterrentafel tussen Marita de Sterck en Michael Morpurgo, trakteerde Ed Franck me op een door hemzelf gebakken spiegelei in zijn keuken, ben ik vriend-aan-huis bij dichter Renaat Ramon, had ik fijne contacten met Dimitri Verhulst en Annelies Verbeke, met levensgezellin Tanja van Herman Brusselmans en zus Tanja van Saskia de Coster. Met Anne Provoost deel ik een gemeenschappelijke vriendin, met Willy Spillebeen ging ik op kroegentocht, met André Sollie maakte ik een lange treinrit, met de Duitse schrijfster Hanna Janssen gaf ik een duo-lezing in de bib van Antwerpen en met Dirk Bracke dronk ik Duvels op het terras van mijn stamkroeg.
Al deze ontmoetingen hebben vooral bevestigd dat schrijvers ook maar heel gewone mensen zijn – of wat had je gedacht?

Maar dit geldt ongetwijfeld niet voor Jan Terlouw, de schrijver van 'Oosterschelde windkracht 10'.
Terlouw schreef meer boeken natuurlijk. Wie las er ook niet 'Briefgeheim', 'Pjotr' of 'Oorlogswinter'? En wie kent er niet de avonturen van Stach, de enige echte koning van Katoren? Niemand die kind of jong geweest is, kan om Jan Terlouw heen. Maar dat Oosterschelde-boek is het magnum opus van de nu bijna tachtigjarige Nederlander.
Het boek greep me als tiener erg aan en als ik nu zelf als jeugdauteur in een bibliotheek of school te gast ben, noem ik het boek altijd mijn favoriete jeugdboek. Ik schreef het ook zo op mijn jeugdauteursblog. ‘Een spannend verhaal over de overstroming van 1953 in Zeeland. Ik was gefascineerd door het intrigerende onderwerp, het spannende verhaal én het meisje dat haar behaatje uittrok om in de Oosterschelde te gaan zwemmen. Jan Terlouw werd mijn eerste favoriete schrijver en ik las, herlas en lees nog steeds heel graag zijn boeken. Je vindt er informatie, engagement en spanning in en die ingrediënten probeer ik mooi gedoseerd ook in mijn boeken in te bouwen. Dank u, Jan!’ Vrijdag mag ik zeker niet vergeten hem die dank persoonlijk over te maken.

De voorbije jaren werd mijn band met deze superheld nog wat meer bijzonder. Een groot voetballer zat er niet in mij, een zanger-muzikant evenmin. Maar ik werd wel jeugdauteur, al kom ik uiteraard niet aan de enkels van Jan Terlouw, de schrijver van 'Oosterschelde windkracht 10'. Maar toch… In 2010 verscheen mijn ‘Gek van een eiland’ en een goede vriend die het boek las, zei zonder voorkennis van mijn idolatrie dat het hem wat aan ‘Oosterschelde windkracht 10' deed denken. Of ik het boek ook kende? Hij wist niet hoe trots ik die seconde even was.
De Oosterschelde en de Waddeneilanden, één strijd. Als ik over Terschelling vertel, situeert negentig procent van mijn toehoorders dat eiland ergens in Zeeuws-Vlaanderen. Ik heb me er al suf aan uitgelegd. Je hebt de Zeeuwse eilanden en je hebt de Waddeneilanden en haal ze alstublieft niet door elkaar. Ook al komen de Zeeuwse mosselen uit de Waddenzee.

In 2009 gingen mijn vrouw en ik op reis naar Zeeland. We logeerden op Tholen en we reden ons te pletter over de bruggen en dijken van de Deltawerken en elke plaats bracht me terug naar 'Oosterschelde windkracht 10'. Goeree-Overflakkee, Schouwen-Duiveland, Zierikzee, Brouwershaven, Noord-Beveland, Krammer-Volkerak, Goedereede. Ik zocht er vruchteloos naar Anne en Henk uit het beroemde jeugdboek. En naar het meisje dat haar behaatje uittrok om in de Oosterschelde te gaan zwemmen. Ik vond hen niet, maar het was alsof ik er zelf al veel meer was geweest. Een gevoel dat me ook overviel toen ik voor het eerst op de Waddeneilanden kwam en dat was toen helemaal de fout van 'Sil de strandjutter'.

Om in de sfeer te komen had ik die zomer 'Oosterschelde windkracht 10' nog eens opnieuw gelezen. Mooi hoor… maar tràag… En zo beschrijvend, een documentaire bijna. Wat is het plot ver gezocht en ongeloofwaardig. Dat plannetje om die foute ingenieur om de tuin te leiden... Haha! Zo'n script wordt in het huidige jeugdboekenlandschap nooit nog boek. Al zegt dit vooral iets over de kwaliteit van de jeugdliteratuur. Ik vraag me af hoe mooi 'Oosterschelde windkracht 10' zou geweest zijn als Jan Terlouw het anno 2011 zou schrijven. Nóg mooier!

Samen met zijn dochter Sanne schrijft vader Jan nu thrillers en misdaadromans. En af en toe een jeugdboek – in 2007 nog 'Zoektocht in Katoren'. Hoe ze dat samen doen, zullen ze vrijdag vertellen. Ik hoop eerst aan mij, dan aan het grote publiek. Ik hou alvast een nagelnieuw exemplaar van ‘Oosterschelde, windkracht 10’ klaar en hoop dat hij er een prachtige opdracht in schrijft. Ik kocht trouwens ook een ‘Joe Speedboot’, het hilarische meesterwerk van Tommy Wieringa. Een nieuwe held, wéér een Nederlander en topnaam op de Letterkoortsaffiche.

Maar Jan Terlouw is een veel betere schrijver dan Tommy Wieringa, net zoals Robbie Rensenbrink een veel betere voetballer was dan Johan Cruyff en Bob Dylan het Amerikaanse afkooksel van Boudewijn de Groot.

Nog vijf keer slapen en dan ontmoet ik Jan Terlouw, de schrijver van 'Oosterschelde windkracht 10'.


2 opmerkingen:

  1. Beste Koen,
    Wat een blog. De kleuren sloegen me uit toen ik het las. Tot vrijdag bij letterkoorts.

    Vriendelijke groet,
    Jan Terlouw

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik zag en hoorde Jan Terlouw op de Boekenbeurs!

    BeantwoordenVerwijderen