Pagina's

zaterdag 10 november 2018

Reveil voor een overleden dichter

Op 1 november bracht Moorsele hulde aan overleden geliefden tijdens Reveil. Ik had een vage maar zachte herinnering aan dichter Hedwig Verlinde.

Hedwig,

We hebben elkaar nauwelijks gesproken en je hebt het mij dus nooit verteld. Hoe de mensen in Moorsele over je dachten, over je spraken. Of ze je onbegrijpend of bewonderend nakeken. Of ze je kenden of negeerden. Was je de schoonzoon van de burgemeester? Werkte je in een glasbedrijf? Was je de vader van Kaïn, Soetkin en Han? Speelde je een beetje raar toneel? Was je de echtgenoot van Treeske? Of was je de dichter – en ik hou mijn lippen stijf op elkaar om er het woord charlatan niet aan toe te voegen.
Ik heb het voordeel dat ik je in de omgekeerde volgorde leerde kennen. Eerst de dichter, dan de man. Toen ik leraar Nederlands werd, volgde een periode waarin ik veel poëzie las en in die grote stroom van verzen vielen jouw gedichten mij op. Ik had er toen geen flauw idee van dat jij in dezelfde gemeente woonde als ik - nou ja, buurgemeente dan toch. Veel van je gedichten las ik vaak opnieuw. ‘Bij een foto van oma’ bijvoorbeeld vond ik een bijzonder mooi gedicht, ik hield ook erg van mijn oma. Of ‘Rendez-vous’: dat gebruikte ik zelfs als kerngedicht in een lessenreeks rond communicatie. ‘Bij de geboorte van Soetkin’ is een pareltje, ik kende het  toen uit het hoofd. Ik vond het fascinerend hoe je de geboorte van je dochter tegen de horizon van het universum hield. Ik zal maar toegeven: in mijn jeugdig enthousiasme dacht ik wel eens: zo moeilijk is dat toch niet, negen simpele regeltjes. Ondertussen ben ik vijfendertig jaar ouder en nauwelijks een regel opgeschoten.

“Dat is van mijn vader,” zei Han toen ik in het Sint-Pauluscollege van Moorsele met ‘Rendez-vous’ op de proppen kwam. “En Soetkin is mijn zus”. Ze zat enkele banken achter hem in de klas. Ik was helemaal van mijn melk. In een flits wist ik: Hedwig Verlinde is naast dichter ook een man en een vader. De panoramische uitkijk en de macrokosmos uit zijn gedichten zijn niets meer dan het zicht door zijn raam over de akkers en het vliegveld van Moorsele. Sinds dat moment kijk ik anders naar dichters, naar schrijvers en naar charlatans.

Hedwig,
Ik weet niet hoe mensen in Moorsele zich jou nu herinneren. Dichters en schrijvers leven na hun dood verder in de boeken die ze hebben geschreven, zegt men. Wat mij betreft kun je gerust zijn: al jouw bundels staan in mijn boekenkast. Sommige heb je voor mij gesigneerd en ik ben er heel blij om. En soms, vaker dan je vermoedt, lees ik dit zacht gedicht van jou opnieuw. Kijk, ook nu weer. Rust jij ondertussen voor altijd heel zacht, Hedwig.

Nooit. Nooit rafelen wolken zachter
op de vensters uiteen, noch buigt
de wind het gras
alsof hij erin wegduikt, ver, ver
weg met mijn gevoelens.

Niets. Niets aan gewicht reik ik
dan wat verdicht is
en verder niet gezegd kan zijn.

Nooit. Nooit
tussen de melkfles en het blik tonijn
rolden mijn handen blanker, leger
uit hun polsgewricht.

Niets. Niets zeggen de jouwe
maar ze gaan er in liggen, zachter en warmer
dan ik ooit in jou
en zachter
dan zacht ooit gezegd kan zijn.

‘Zacht gedicht’ komt uit de bundel De sprong van de eland (1974) van Hedwig Verlinde